Vriendinnen voor het leven
Tegen iemand die enig kind was heb ik wel eens gezegd dat ik geen vriendinnen nodig heb omdat ik zoveel zussen heb. Maar dat is natuurlijk niet waar. Ondanks de intense relatie met mijn zussen, heb ik toch zeker op bepaalde momenten behoefte aan 'een goede vriendin'. Omdat zussen te dichtbij staan, kan ik niet alles met hen bespreken.
Ik heb niet zoveel vriendinnen. Goede bedoel ik. Ze zijn op een hand te tellen: Cora, Gerda, Lisa en Canan. Maar ze zijn me veel waard. Ze zijn er voor me als het op het werk tegenzit, als ik snel een oppas moet regelen voor mijn kind, maar ook als ik wil praten over mijn ouders. Met mijn zussen kan dat voorlopig nog niet omdat we dan al snel beginnen te huilen, we delen natuurlijk het zelfde verdriet. En met je vriendin is dat niet zo. Als jij met liefdesverdriet zit, zit zij met een probleem op het werk. Zit jij met een zieke in de familie, is zij net teleurgesteld over het niet behalen van haar diploma. De 'conjuncturen' van een vriendschap zijn, als het goed is, nooit dezelfde. Goede vriendinnen vullen elkaar namelijk aan. Juichen met je mee als je succes hebt, leggen een arm om je schouder als je het niet meer ziet zitten. Ja, de meeste ken ik al twintig jaar (ben ik al zo oud?) maar ze geven me het gevoel alsof ik nog steeds de achttienjarige Senay ben. We hebben het wel over vroeger, maar alsof dat nog maar drie weken geleden is. De veranderde omgeving doet er dan niet toe: de zoveelste relatie, kinderen, een andere stad of een andere baan. Ze zeggen niet voor niets: Vriendinnen heb je voor het leven. En zo is het maar net.